Door: Pieter Koolen

Door heemkundekring H.N. Ouwerling werd onlangs een bijzonder en waardevol document verworven over de geschiedenis van Vlierden. Het betreft een kopie uit 1661 van een originele brief van Karel de Stoute over de uitgifte van zo geheten “gemeine gronden” of “gemeinte” aan de inwoners van Vlierden.

De originele uitgiftebrief van 1326 van de gemeinte van Vlierden is verloren gegaan, maar een bevestiging van die brief uit 1468 is in kopievorm bewaard gebleven. Deze kopie uit 1661 werd in 2025 door heemkundekring H.N. Ouwerling verworven. Oud-archivaris en lid van onze vereniging Hans van de Laarschot ontdekte op internet dat er bij een antiquariaat in Den Haag een manuscript uit 1661 te koop werd aangeboden en dat Vlierden daarin genoemd werd. Hij tipte hierover het bestuur van de heemkundekring en toen bleek dat het ging om een kopie van de genoemde akte uit 1468 was de beslissing tot aankoop snel genomen. Te meer omdat het document van groot historisch belang is voor de bestuurlijke geschiedenis van Vlierden. In 2026 is het precies 700 jaar geleden dat de Vlierdenaren hun gemeinte (gemeenschappelijke gronden) in gebruik mochten nemen en zelfstandig het bestuur ervan mochten regelen.

Bijna 600 jaar lang, tot de samenvoeging met Deurne en Liessel op 1 januari 1926, was Vlierden een zelfstandige gemeente. Het verworven document, ofschoon meer dan 360 jaar oud, is nog in zeer redelijke staat.

Kort samengevat is de inhoud als volgt. In 1468 kende hertog Karel de Stoute aan de ingezetenen van Vlierden onder bepaalde voorwaarden het gebruik van de gemeinte toe. 140 jaar eerder, op 26 februari 1326, was dat ook al gedaan door hertog Jan III van Brabant. In de regeerperiode van Philips de Goede, de vader van Karel de Stoute, bleek echter dat de Vlierdenaren een groter deel van de gemene gronden in gebruik hadden genomen dan in de brief van hertog Jan was beschreven. Er moest dus een nieuwe uitgiftebrief worden opgesteld waarin de feitelijke situatie nauwkeurig beschreven werd. Uiteraard ging dit gepaard met een verhoging van de prijs die de Vlierdenaren daarvoor aan de hertog moesten betalen.

Het bezit van die gemeinte werd op verzoek van de Vlierdense ingezetenen door hertog Philips de Goede bevestigd, maar door diens overlijden in 1467 bleef een open brief daarvan achterwege. Zijn zoon hertog Karel de Stoute stuurde de Vlierdenaren in 1468 alsnog de gevraagde verkrijgbrief. Aan die van Vlierden werd daarin ook toegestaan om twee gezworenen te kiezen om voorschriften voor het gebruik van de gemeinte te maken. Voor de naleving van die voorschriften werd door de rentmeester van Den Bosch een schutter aangesteld. De ingezetenen mochten bomen planten voor hun erven tot 40 meter op gemeentegrond, mits ze daarvoor de houtschat betaalden. Ze moesten er dan wel voor zorgen dat de wegen begaanbaar bleven. De eikels van de bomen bleven voor algemeen gebruik. Een schepenbank van zeven personen moest met de schout van Peelland rechtspreken en stelde naast de oude belastingen ook de nieuwe belastingen vast.

De hele brief, bestaande uit 12 beschreven bladzijden, is met de transcriptie en de hertaling naar hedendaags Nederlands, te zien en te lezen op DeurneWiki:

https://www.deurnewiki.nl/wiki/index.php?title=De_uitgiftebrieven_van_de_gemeente_Vlierden_van_1326_en_van_1468